De mate van geloof

Over het eerste onderwerp, vergeving van zonden, is al veel geschreven in diverse van onze onderwijsbrieven, en over onderwerp 2 heb ik laatst een blog geschreven. (KLIK HIER om dit blog te lezen.) Daarom wil ik me nu richten op ‘De mate van geloof’.

In Romeinen 12:3 spreekt Paulus over ‘de mate van geloof zoals God die aan ieder heeft toebedeeld’. Er staat niet dat we allemaal ‘een’ mate hebben ontvangen. Nee, we hebben DE mate van geloof ontvangen. En in Galaten 2:20 spreekt Paulus over het geloof VAN de Zoon van God, althans zo staat het in de grondtekst. In onze bijbel vertalingen – behalve in de Statenvertaling – is het vertaald met ‘het geloof IN de Zoon van God’, maar oorspronkelijk staat er dus: ‘voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof VAN de Zoon van God’.

Misschien denk je: ‘beetje muggenzifterig om over een enkel woord te vallen…’ of het nou ‘de’ of ‘een’ is…. Of ‘van’ of ‘in’…. Wat maakt dat nou uit?
Nou, Paulus maakte zich ook druk om een enkelvoudig of meervoudig woord (Galaten 3:16), omdat in de uitwerking daarvan een wereld van verschil zit.

En, zo op het oog lijkt het wellicht niet veel uit te maken… de of een …. maar in uitwerking doet het dat wel. Want, als we DE mate van geloof hebben ontvangen – wat het geloof is VAN Jezus – dan komen we dus nooit geloof tekort. Dan hoef je er dus niet over in te zitten dat je te weinig geloof hebt om te genezen, om voorziening te ontvangen, om op zieken de handen te leggen zodat ze genezen, enz.

Als je ervan uitgaat dat je meer geloof zou moeten hebben, dan verval je al gauw in ‘werken der wet’. Je moet je best doen, meer geloven, meer presteren, beter leven…. En voor je het weet probeer je het weer zelf te verdienen, en verval je in ‘eigen werken’…. En dat is wettisch….

In Matth. 17, vanaf vers 14, staat het verhaal van de ‘maanzieke jongen’. De discipelen stonden versteld dat zij de demon niet konden uitdrijven. Ze hadden dat vaker gedaan, maar dit keer lukte het hun niet. Hadden ze niet genoeg geloof? Nee, dat was het niet. Ze hadden vaker demonen uitgedreven, dus ze hadden daar zeker geloof voor, anders hadden ze zich niet afgevraagd waarom ze demon niet konden uitdrijven. En op hun vraag waarom dat niet lukte, zei Jezus: vanwege jullie ongeloof. (Hij noemt hen eerder zelfs ‘ongelovig geslacht’.)

Ongeloof en twijfel werkt het geloof (dat je al ontvangen hebt) tegen. Al had je het geloof als een mosterdzaad – heel klein dus – dan nog zou je bergen kunnen verzetten, maar ongeloof en twijfel zijn de tegenwerkende factoren.
Jezus zelf stelt ‘geloof’ tegenover ‘twijfel’ in Matheus 21:21: Als u geloof had EN NIET TWIJFELDE …. zou je bergen kunnen verplaatsen.

Als Jezus tegen Jaïrus zegt: ‘geloof ALLEEN’, dan kan je daaruit opmaken dat Hij Jaïrus opdroeg om geen ongeloof en twijfel toe te laten. Dat was niet gemakkelijk voor Jaïrus, want hij had zojuist gehoord dat zijn dochter was gestorven. Daarom zei Jezus tegen Jaïrus, zodra Hij had gehoord dat men zei dat ze was gestorven: ‘geloof ALLEEN’.

Vaak komen ongeloof en twijfel door negatieve omstandigheden.

Jaïrus’ dochtertje was érg ziek, en hij hoorde dat ze gestorven was. Om op zo’n moment ongeloof en twijfel uit te bannen is moeilijk. De discipelen hebben de maanzieke jongen waarschijnlijk heftig zien manifesteren…. Ongeloof en twijfel kwamen om de hoek kijken bij het zien van die manifestatie. Mijn eigen zus is ruim tien jaar geleden gestorven aan ALS. Ik ken de voortgang en de omstandigheden van die ziekte. Kort na haar overlijden was er een conferentie in Nederland en o.a. ik was gevraagd om voor mensen te bidden. In de gebedsrij die voor me was, stond een jonge man met ALS. Om dan ongeloof en twijfel uit te bannen…

Maar… Als je weet dat het niet aan je geloof ligt, en je bewust bent hoe de tegenwerking tot stand komt, dan ben je al half op weg… en raak je niet teleurgesteld, ontmoedigd en gefrustreerd omdat het jou maar niet lukt om ‘meer geloof’ te hebben.

Als de dokter je vertelt dat je een ernstige ziekte hebt, dan is het zaak om ALLEEN te geloven, en ongeloof en twijfel niet toe te laten.

Hoe ban je ongeloof en twijfel uit? Door Gods Woord, en Zijn beloften, je eigen te maken. Kijk naar, of lees getuigenissen van mensen die ALLEEN door geloof zagen gebeuren wat ze uitspraken, omdat ze in hun hart niet twijfelde. (Markus 11:23). Bouw JEZELF op in je allerheiligst geloof! (Judas 1:20)

Ik raad je aan om de bovenstaande uitzending van GospelTruth ook even te bekijken.

Marijke Lamers