Adverteren mét of zonder de naam van Jezus? Een vraag die tot een (inter)nationale discussie leidde…

Andrew Wommack Ministries en Charis Christian Center, die beiden in Colorado Springs gevestigd zijn, delen meer dan alleen het parkeerterrein. Er is een hele geschiedenis tussen Andrew Wommack en Lawson Perdue, voorganger van Charis Christian Center en tevens leraar op Charis Bible College.

Als reizende predikant maakte Andrew enorme indruk tijdens een bijbelstudie, op de toen 14-jarige Lawson. Terwijl hij naar Andrew luisterde, hoorde Lawson de Heer zeggen: “Luister naar deze man. Hij weet waar hij het over heeft.”

Nadat hij de Bijbel Hogeschool had doorlopen, werd Lawson voorganger van een kerk in Carson City, Colorado, totdat de Heer hem riep naar Colorado Springs om daar een nieuwe kerk op te richten. Van Oktober 2004 tot 2010 hield Lawson diensten in het auditorium van AWM, totdat zijn eigen kerk aan de andere kant van het parkeerterrein klaar was. Gezien de relatie tussen de twee mannen was het geen wonder dat, toen Andrew zijn Verklaring van Afhankelijkheid van God en Zijn Heilige Bijbel (Decalaration of Dependence upon God and His Holy Bible) in 2016 besloot te publiceren, Lawson achter hem stond. Lawson kocht on-line advertenties, die, als je erop klikte, je direct leidden naar Andrew’s www.DependenceOnGod.com website. Hij maakte ook reclame voor de Declaration campagne op twee bussen en verschillende bankjes in bushokjes, waar normaliter Lawson’s eigen reclame opstond: “Jezus is Heer.”

Geen nieuw contract met de naam van Jezus

In juni 2016 zat Pastor Lawson in zijn kantoor van de kerk, toen hij bezoek kreeg van een afgevaardigde van Street Media Group, die MMT (Mountain Metro Transit) van Colorado Springs vertegenwoordigde. De afgevaardigde vertelde hem dat vóór 10 juli – over minder dan drie weken verder – de advertentie “Jezus is Heer” van twintig bankjes in bushokjes, veranderd of verwijderd moesten worden. Als Pastor Lawson voor zijn kerk kon adverteren zonder de naam van Jezus te noemen, dan zou zijn contract vernieuwd kunnen worden. Anders niet. De administratie bij MMT vond dat de naam van Jezus haat kon veroorzaken.

Het antwoord van Pastor Lawson was simpel: “Dat doet het niet.” Toen zei hij, dat hij de advertentie niet zou veranderen.

Nadat de afgevaardige weggegaan was, belde Pastor Lawson direct het kantoor van de burgermeester. De twee dagen die daarop volgden belde en emailde hij ook alle wethouders van de stad. Hij bleef ieder vooraanstaand persoon benaderen, in de hoop op een reactie. Hij stond klaar om het publiekelijk uit te vechten. Als de dingen niet in zijn voordeel zouden veranderen, zou hij zelf contact opnemen met de media. Eén van de leden van de stadsraad nam echter contact op met een lokale krant, en binnen een paar dagen belde de eerste krant hem op voor een interview.

Na een aantal kranten artikelen, verscheen Lawson op verschillende lokale televisie kanalen. De controversie werd spoedig een nationaal verhaal.

Jezus is Heer!

Binnen enkele dagen werd er door de burgermeester en de raad unaniem in het voordeel van Lawson gestemd. De advertentie kon blijven staan. Het kwam erop neer dat MMT en de stadsadvokaat ten onrechte een verordening hadden toegepast om religieuze advertenties in openbare ruimtes te verbieden – nl. één die van toepassing was op gratis advertenties. Charis Christian Center betaalde echter geld om te verklaren dat “Jezus Heer is”.

Dit alles gebeurde in minder dan twee weken tijd. De dag na de aankondiging van MMT, tekende Pastor Perdue een nieuw advertentie contract. Zijn advertenties zijn intussen wel een nationale verklaring voor de rechten van alle Christenen geworden – alle Amerikanen – voor de vrijheid van meningsuiting. Niet alleen staan zijn advertenties nog steeds op de bankjes van bushokjes, maar staan nu ook op de grote reclameborden. Het is niet mis te verstaan wie de Heer is van Charis Christian Center.

“Ons doel is om Jezus groot te maken in Colorado Springs,” zegt Lawson. “Wij hielpen Andrew alleen maar door de advertenties van de Verklaring van Afhankelijkheid op God op twee bussen en wat bankjes te plaatsen. We dachten er niet over na. We deden het alleen om te helpen. God was de Enige die het opblies. Hij nam ons zaad en maakte het groot.”